Hypotone, isotone en hypertone dranken

Er bestaan 3 soorten dranken:

Hypotone dranken
Isotone dranken
Hypertone dranken

In welke categorie een drank valt heeft te maken met de hoeveelheid koolhydraten en/of zouten per 100 milliliter (Voedingscentrum). Deze dichtheid per 100 milliliter wordt ook wel osmolaliteit genoemd.

Wat is een hypotone drank?

Hypotone dranken bevatten een lagere concentratie aan koolhydraten en/of zouten dan de rest van ons lichaam. Voorbeelden van hypotone dranken zijn kraanwater, mineraalwater en thee zonder suiker.

Wat is een isotone drank?

Isotone dranken bevatten per 100 milliliter ongeveer dezelfde concentratie koolhydraten en/of zouten als de rest van ons lichaam (Voedingscentrum). Isotone dranken kunnen hierdoor sneller door het lichaam worden opgenomen dan hypertone dranken. Dit maakt de isotone sportdrank handig voor duursporters.

Wat is een hypertone drank?

Hypertone dranken bevatten per 100 milliliter een hogere concentratie koolhydraten en/of zouten dan het vocht in het lichaam. Zo bevat deze soort drank meer dan 8 gram koolhydraten per 100 milliliter. Hierdoor kost het wat meer tijd voordat het lichaam het vocht uit deze dranken heeft opgenomen (Voedingscentrum).

Een hypertone drank kan goed worden gebruikt voor de aanvulling van koolhydraten. De suikers in hypertone dranken hebben ook een positief effect op het energiepijl (Sportdiëten en mondgezondheid).

Energiedrank is een voorbeeld van een hypertone drank. Andere voorbeelden van hypertone dranken zijn vruchtensap, chocolademelk, frisdrank en aanmaaklimonade.